Kruiskerk op samengestelde plattegrond. Absis en transepten onder zadeldak met lagere noklijn. Hoge toren met spits aan de noordwestzijde. Entree met wimberg in voorgevel aan de westzijde.

Gevels opgemetseld met grauwe baksteen in kruisverband. Spitsbogen en enkele rondboogfriezen. Blok- en muizentanden en rollagen rond gevelafsluitingen. Verder uitkragende pilasters; steunberen met afzaat en waterlijsten. Spaarzaam gebruik van hardsteen (lateien, afdekking boven entree).

Spitsboogvensters, roosvensters, vierpasvensters, deels voorzien van decoratief (figuratief) glas-in-lood. Entree met dubbele openstaande strokendeuren en boven latei drie spitsboogvensters. Samengestelde zadeldaken en torenspits voorzien van leidak in maasdekking. Wijzerplaten in de vorm van ronde tegeltableaus opgenomen door dakrand in de spits doorstekende topgeveltjes.

Van binnenuit gezien is de kerk een sfeervolle ruimte. De gemetselde gewelven getuigen van goed vakmanschap van de Brabantse gewelvenmakers. Het hoogste punt onder de gewelven in de kerk ligt op ca. 12,5 meter en de nok in de as van het gebouw bevindt zich, gemeten vanaf de vloer, op ca. 18 meter.